In het verkeer moet men met vele verschillende aspecten rekening houden. Constant jouw omgeving in de gaten houden en potentiële gevaren herkennen, zorgen ervoor dat je adequaat en snel kunt handelen. Een alerte weggebruiker is ook een veiligere weggebruiker! Ook kunnen er situaties ontstaan of voorkomen in het verkeer die voor verwarring kunnen zorgen. Om al het verkeer in zo goed mogelijke banen te leiden, zijn er verschillende regels en hulpmiddelen bedacht. Deze moeten ervoor zorgen dat de kans op verwarring en ongelukken zo laag mogelijk blijven. Een beginnend bestuurder leert hier alles over in zijn of haar autotheorie boek. Ook zal de rijlesinstructeur in de praktijk jouw kennis testen van de verschillende verkeersborden en wegmarkeringen.

Een veel gebruikt woord in het verkeer is voorrang. In welke situatie krijgt welke weggebruiker voorrang en wanneer moet iemand voorrang verlenen? Voor elke situatie is er wel een wegmarkering of voorrangsbord bedacht. Zo is er het welbekende voorrangsweg bord, te herkennen aan de ruitvorm met witte omlijning en een gele ruit in het midden. Al deze borden moeten ervoor zorgen dat het voor elke weggebruiker duidelijk is wie voorrang krijgt. Een verkeersbord kan voorrang aanduiden of aanduiden dat een voorrangssituatie eindigt. 

Welke voorrangsborden zijn er?

Verkeersborden in Nederland zijn in verschillende categorieën ingedeeld. Dit maakt het makkelijker om onderscheid te maken. De categorie B-borden zijn de verkeersborden die voorrang aangeven, ook wel voorrangsborden genoemd. In ons land kennen we 7 verschillende voorrangsborden. Elk verkeersbord m.b.t voorrang is genummerd van B1 t/m B7. Hieronder leggen we van elk voorrangsbord uit wat ze betekenen en hoe je ze kunt herkennen. Hoewel deze borden duidelijk aangeven wie voorrang krijgt, zal je in het verkeer altijd op moeten blijven letten. Voorrang pak je niet, voorrang krijg je!

Het voorrangsweg bord: B1 en B2

Om voldoende te scoren op je theorie examen bij het CBR, is het belangrijk om te weten hoeveel je fout mag hebben. Per onderdeel zijn er namelijk maar een aantal fouten die je mag maken. Als je bij één onderdeel teveel fouten hebt, ben je al gezakt. Daarom is het belangrijk om klaar te zijn voor je examen.

Bij het eerste onderdeel gevaarherkenning mag je 12 fouten hebben. Dit houdt in dat je 13 van de vragen goed moet hebben. Bij meer dan de helft van de situaties die je voorgelegd krijgt, moet je het juiste antwoord geven. De vragen zijn te beantwoorden met remmen, gas los of niets.

Van de kennis vragen krijg je er 12. Om voor dit onderdeel te slagen, is het belangrijk om minimaal 10 van deze vragen goed te hebben. Het gedeelte van inzicht bestaat uit 28 vragen. Van deze vragen moet je er minimaal 25 goed hebben om te slagen. Omdat er zo weinig fouten gemaakt worden, is het belangrijk om goed te leren en de juiste voorbereiding te treffen voor je theorie examen.

De voorrangskruispunt borden: B3 t/m B5

Bij een normaal kruispunt zonder borden heeft de weggebruiker in Nederland die vanaf rechts komt voorrang. Wanneer er uit alle 4 de richtingen verkeer komt, zullen de weggebruikers onderling moeten kijken wie voorrang krijgt. Meestal is dat de weggebruiker die de kortste bocht moet maken.

Er zijn echter ook veel kruispunten in Nederland te vinden, waarbij 2 rijrichtingen voorrang krijgen en de andere 2 haakse rijrichtingen moeten stoppen om voorrang te verlenen. Deze borden zijn de B3, B4 en B5 voorrangskruispunt borden.

Wanneer je een kruispunt nadert en je het B3 (zie afbeelding) bord ziet staan, dan krijg je daar voorrang van autobestuurders die zowel van links als rechts komen. Het B3 bord is te herkennen aan zijn driehoekige vorm en bestaat uit de kleuren rood en wit. De buitenste driehoek is rood en in het midden is deze wit. In het witte gedeelte is een zwarte pijl naar voren zichtbaar. Daarnaast staat er zowel links als rechts van de pijl een zwarte streep. Dit geeft aan dat je van zowel links als rechts voorrang moet krijgen op het naderende kruispunt.

Dan zijn er ook nog de B4 en B5 voorrangskruispunt borden. Waar het B3 bord zowel links als rechts een zwarte streep heeft staan, is dat bij B4 en B5 anders. Het B4 bord bestaat alleen uit een zwarte pijl naar voren met links een zwarte streep. Je zult bij dit kruispunt dus voorrang moeten krijgen van het verkeer dat vanaf links komt. Het B5 bord bestaat alleen uit een zwarte pijl naar voren met rechts een zwarte streep. Hierbij moet het verkeer op het kruispunt dat van rechts komt jou voorrang verlenen.

Voorrangsbord B6 en B7: de voorrang verleningsborden

Op een kruising of T-splitsing waarbij je voorrang moet verlenen, staat meestal het B6 of B7 bord. Qua betekenis verschillen ze maar weinig. Het B6 bord is te herkennen als omgekeerde driehoek, met rode randen en wit in het midden. Als je dit bord tegenkomt, zal je voorrang moeten verlenen aan al het verkeer dat van links én rechts komt. Wanneer er geen verkeer komt van beide kanten, hoef je niet per se volledig stil te staan.

Het B7 bord staat ook wel bekend als het Stopbord. Dit is een achthoekig bord met een witte buitenrand, een rood middenvak en het woord STOP in witte letters. Dit bord staat meestal bij drukkere en gevaarlijkere verkeerspunten. Wanneer je dit bord nadert, zal je voor de aangegeven dikke witte streep op de weg moeten stoppen. Zodra je stilstaat is het van belang om extra goed in alle richtingen te kijken, voordat je de weg weer vervolgt.

Hoewel deze borden aangeven wie voorrang moeten verlenen en wie voorrang krijgt, is het beter elke verkeerssituatie veilig te naderen. Mocht je dus op een voorrangweg zitten of een voorrangskruispunt naderen, verminder dan altijd je snelheid en kijk goed of je ook daadwerkelijk voorrang krijgt.

Vond je dit interessant? Lees dan ook onze andere blogs over de eisen van de auto in 2021, of alles over gevaarherkenning.