0% 1225 Voorrang 1 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A, B, C C, A, B B,A,C 2 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B B,A 3 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B B,A De tram komt van rechts op een gelijkwaardig kruispunt en heeft dus voorrang. De tram komt van rechts op een gelijkwaardig kruispunt en heeft dus voorrang. 4 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C C,B,A A,C,B Voertuig A heeft voorrang. Hij heeft een voorrangsbord voor zich. Het onderbod laat het verloop van de weg zien. De fietser mag erna. De blauwe auto heeft haaientanden en mag pas als laatste Voertuig A heeft voorrang. Hij heeft een voorrangsbord voor zich. Het onderbod laat het verloop van de weg zien. De fietser mag erna. De blauwe auto heeft haaientanden en mag pas als laatste 5 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? B,C,A A,B,C B,A,C Voertuigen A en C hebben haaientanden voor zich. Voertuig B heeft voorrang. Voertuig A gaat rechtdoor en mag dus voor voertuig C. Voertuigen A en C hebben haaientanden voor zich. Voertuig B heeft voorrang. Voertuig A gaat rechtdoor en mag dus voor voertuig C. 6 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C B,C,A A,C,B Voertuig C staat voor haaientanden en moet dus voertuigen op de kruisende weg voor laten gaan. De voetganger gaat als laatste. Voertuig C staat voor haaientanden en moet dus voertuigen op de kruisende weg voor laten gaan. De voetganger gaat als laatste. 7 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C B,C,A C,B,A De regel is als volgt: Iemand die afslaat moet voertuigen op dezelfde weg die rechtdoor gaan voor laten gaan. Voertuigen die links afslaan moeten voertuigen die een korte bocht naar rechts nemen voor laten gaan. Rechtdoor gaat als eerste, daarna de korte bocht en als laatste de lange bocht. De regel is als volgt: Iemand die afslaat moet voertuigen op dezelfde weg die rechtdoor gaan voor laten gaan. Voertuigen die links afslaan moeten voertuigen die een korte bocht naar rechts nemen voor laten gaan. Rechtdoor gaat als eerste, daarna de korte bocht en als laatste de lange bocht. 8 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C C,A,B C,B,A Weggebruikers A en B hebben haaientanden voor zich. Voertuig C mag dus als eerste. De fietser gaat rechtdoor en gaat dus voor voertuig A. Weggebruikers A en B hebben haaientanden voor zich. Voertuig C mag dus als eerste. De fietser gaat rechtdoor en gaat dus voor voertuig A. 9 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B B,A 10 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C C,A,B C,B,A Weggebruikers A en B kruisen een kruispunt en moeten voertuigen op de kruisende weg voor laten gaan. Voertuig A en B rijden op dezelfde weg. Weggebruiker B wil rechtdoor en heeft dus voorrang. Weggebruikers A en B kruisen een kruispunt en moeten voertuigen op de kruisende weg voor laten gaan. Voertuig A en B rijden op dezelfde weg. Weggebruiker B wil rechtdoor en heeft dus voorrang. 11 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A, B en C tegelijk B en A tegelijk, C A en C tegelijk, B Voertuig A slaat rechts af en hindert niemand. Daarom kan hij direct doorrijden. Voertuig C komt van rechts voor voertuig B. Voertuig A slaat rechts af en hindert niemand. Daarom kan hij direct doorrijden. Voertuig C komt van rechts voor voertuig B. 12 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C B,C,A A,C,B Voertuig B heeft haaientanden voor zich en moet de rest van het verkeer dus voor laten gaan. Voertuig A heeft een korte bocht en mag als eerste. Na voertuig A komt voertuig C. Voertuig B heeft haaientanden voor zich en moet de rest van het verkeer dus voor laten gaan. Voertuig A heeft een korte bocht en mag als eerste. Na voertuig A komt voertuig C. 13 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B B,A De voertuigen op de kruisende weg hebben voorrang. De voetgangers die oversteken niet. De voertuigen op de kruisende weg hebben voorrang. De voetgangers die oversteken niet. 14 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B B,A Voertuig A staat voor haaientanden en moet de fietser dus voor laten gaan. Voertuig A staat voor haaientanden en moet de fietser dus voor laten gaan. 15 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C B,C,A A,C,B Rechts heeft voorrang. Voertuig C komt van rechts voor B. Voertuig A komt van rechts voor voertuig C. Rechts heeft voorrang. Voertuig C komt van rechts voor B. Voertuig A komt van rechts voor voertuig C. 16 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C C, A & B B,C,A De bus komt van rechts en heeft dus voorrang. De voetganger en auto gaan rechtdoor en kunnen samen oversteken. De bus komt van rechts en heeft dus voorrang. De voetganger en auto gaan rechtdoor en kunnen samen oversteken. 17 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B B,A Voertuig A heeft een voorrangsbord en voertuig B heeft haaientanden voor zich. Voertuig A heeft een voorrangsbord en voertuig B heeft haaientanden voor zich. 18 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C B,A,C B,C,A A en C staan voor haaientanden. Ze moeten de bus voor laten gaan. C komt van rechts voor A en gaat dus voor. A en C staan voor haaientanden. Ze moeten de bus voor laten gaan. C komt van rechts voor A en gaat dus voor. 19 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C A, C, B A B tegelijk, C A hoeft met niemand rekening te houden. B komt van rechts voor C en heeft dus voorrang. A hoeft met niemand rekening te houden. B komt van rechts voor C en heeft dus voorrang. 20 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C A, C, B C,B,A Rechts heeft voorrang. Voertuig A moet weggebruiker B voor laten gaan. Weggebruiker B moet voorrang verlenen aan weggebruiker C. Rechts heeft voorrang. Voertuig A moet weggebruiker B voor laten gaan. Weggebruiker B moet voorrang verlenen aan weggebruiker C. 21 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C B,A,C C,A,B Voertuig A en B staan voor haaientanden en moeten de voetganger dus voor laten gaan. Voertuig A komt van rechts voor voertuig B en heeft dus voorrang op voertuig B. Voertuig A en B staan voor haaientanden en moeten de voetganger dus voor laten gaan. Voertuig A komt van rechts voor voertuig B en heeft dus voorrang op voertuig B. 22 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C A, C, B C,B,A Voertuig C hoeft niemand voor te laten gaan. Voertuig A heeft haaientanden voor zich en moet de voertuigen op de kruisende weg dus voor laten gaan. De voetganger valt onder recht doorgaand verkeer op dezelfde weg en heeft dus voorrang op voertuig A. Voertuig C hoeft niemand voor te laten gaan. Voertuig A heeft haaientanden voor zich en moet de voertuigen op de kruisende weg dus voor laten gaan. De voetganger valt onder recht doorgaand verkeer op dezelfde weg en heeft dus voorrang op voertuig A. 23 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C B,A,C C,A,B Voertuig A en B staan voor haaientanden en moeten de scooter dus voor laten gaan. Voertuig A komt van rechts voor voertuig B en heeft dus voorrang op voertuig B. Voertuig A en B staan voor haaientanden en moeten de scooter dus voor laten gaan. Voertuig A komt van rechts voor voertuig B en heeft dus voorrang op voertuig B. 24 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C A, C, B C,B,A De bus komt van rechts en heeft dus voorrang. De voetganger gaat rechtdoor, voertuig A gaat afslaan en moet de voetganger dus voor laten gaan. De bus hoeft niemand voor te laten gaan. De bus komt van rechts en heeft dus voorrang. De voetganger gaat rechtdoor, voertuig A gaat afslaan en moet de voetganger dus voor laten gaan. De bus hoeft niemand voor te laten gaan. 25 / 65 Wil jij toch liever upgraden naar het 100% geslaagd pakket met 3 maanden toegang t.w.v. €67,95? Grijp je kans voor maar €6,99! Gebruik je code: A34RT5MZKlik hier om je pakket te upgraden naar 100% Geslaagd met 3 maanden toegang. Gebruik code: A34RT5MZ KLIK OP DE LINK Hierboven GEBRUIK DE CODE: A34RT5MZ Nee, bedankt! 26 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C B,A,C B,C,A Voertuig A nadert haaientanden en moet B en C dus voor laten gaan. B komt van rechts voor C en heeft dus voorrang. Voertuig A nadert haaientanden en moet B en C dus voor laten gaan. B komt van rechts voor C en heeft dus voorrang. 27 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C A, C, B C,B,A Weggebruikers A en B hebben haaientanden voor zich en moeten voertuig C voor laten gaan. Voertuig B komt van rechts voor voertuig A en mag dus voor. Weggebruikers A en B hebben haaientanden voor zich en moeten voertuig C voor laten gaan. Voertuig B komt van rechts voor voertuig A en mag dus voor. 28 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C B,A,C C,A,B Voertuigen A en B hebben haaientanden voor zich en moeten het verkeer op de kruisende weg voor laten gaan. De fietser heeft dus voorrang. Voertuig A maakt een korte bocht en voertuig B een lange. De korte bocht heeft voorrang. Voertuigen A en B hebben haaientanden voor zich en moeten het verkeer op de kruisende weg voor laten gaan. De fietser heeft dus voorrang. Voertuig A maakt een korte bocht en voertuig B een lange. De korte bocht heeft voorrang. 29 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B B,A Voertuig A heeft een voorrangsbord en voertuig B heeft haaientanden voor zich. Voertuig A heeft een voorrangsbord en voertuig B heeft haaientanden voor zich. 30 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C B,A,C B,C,A De voetganger gaat rechtdoor en heeft dus voorrang. Voertuig A komt van rechts voor voertuig C. Voertuig C mag dus pas als laatste. De voetganger gaat rechtdoor en heeft dus voorrang. Voertuig A komt van rechts voor voertuig C. Voertuig C mag dus pas als laatste. 31 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C B,A,C B,C,A Voertuig A heeft voorrang indien hij rechtdoor gaat. Indien hij afslaat moet hij andere voertuigen die rechtdoor gaan voor laten gaan. Ook voertuigen die van rechts komen moeten voorrang krijgen. Dit wil zeggen dat voertuig A voorrang moet verlenen aan zowel weggebruiker B als C. Voertuig B rijdt rechtdoor en hoeft dus geen voorrang te verlenen. Voertuig A heeft voorrang indien hij rechtdoor gaat. Indien hij afslaat moet hij andere voertuigen die rechtdoor gaan voor laten gaan. Ook voertuigen die van rechts komen moeten voorrang krijgen. Dit wil zeggen dat voertuig A voorrang moet verlenen aan zowel weggebruiker B als C. Voertuig B rijdt rechtdoor en hoeft dus geen voorrang te verlenen. 32 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C B,A,C B,C,A Voertuig A nadert haaientanden en moet de auto's op de kruisende weg voor laten gaan. Voertuig B gaat rechtdoor en heeft dus voorrang op voertuig C. Voertuig A nadert haaientanden en moet de auto's op de kruisende weg voor laten gaan. Voertuig B gaat rechtdoor en heeft dus voorrang op voertuig C. 33 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C A, C, B C,B,A Voertuig A moet rechtdoor en de twee andere voertuigen staan voor haaientanden. Zij moeten het voertuig op de kruisende weg dus voor laten gaan. Tussen voertuig B en C geldt de volgende regel: Voertuig C moet rechtdoor en voertuig B moet afslaan. Voertuig C heeft dus voorrang. Voertuig A moet rechtdoor en de twee andere voertuigen staan voor haaientanden. Zij moeten het voertuig op de kruisende weg dus voor laten gaan. Tussen voertuig B en C geldt de volgende regel: Voertuig C moet rechtdoor en voertuig B moet afslaan. Voertuig C heeft dus voorrang. 34 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B B,A Voertuig B heeft haaientanden voor zich en moet voertuigen op de kruisende weg voor laten gaan. Voertuig B heeft haaientanden voor zich en moet voertuigen op de kruisende weg voor laten gaan. 35 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C B,A,C B,C,A Weggebruikers A en C staan voor een stopbord en moeten B dus voor laten gaan. A gaat rechtdoor en heeft dus voorrang op C. Weggebruikers A en C staan voor een stopbord en moeten B dus voor laten gaan. A gaat rechtdoor en heeft dus voorrang op C. 36 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C A, C, B C,B,A Voertuig B staat voor haaientanden en moet de voertuigen op de kruisende weg voorrang verlenen. Voertuig A maakt een korte bocht en voertuig C een lange bocht. Voertuig A gaat dus voor voertuig C. Voertuig B staat voor haaientanden en moet de voertuigen op de kruisende weg voorrang verlenen. Voertuig A maakt een korte bocht en voertuig C een lange bocht. Voertuig A gaat dus voor voertuig C. 37 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C C,B,A A,C,B Weggebruikers B en C hebben haaientanden voor zich en moeten voertuig A voor laten gaan. De fietser gaat rechtdoor en heeft dus voorrang op voertuig C. Weggebruikers B en C hebben haaientanden voor zich en moeten voertuig A voor laten gaan. De fietser gaat rechtdoor en heeft dus voorrang op voertuig C. 38 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C C,A,B B,C,A Weggebruikers A en C hebben haaientanden voor zich en moeten de weggebruikers op de kruisende weg voor laten gaan. Omdat voertuig A afslaat moet hij weggebruiker C voor laten gaan. Weggebruikers A en C hebben haaientanden voor zich en moeten de weggebruikers op de kruisende weg voor laten gaan. Omdat voertuig A afslaat moet hij weggebruiker C voor laten gaan. 39 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C C,A,B C,B,A Voertuig A heeft haaientanden voor zich en moet de voertuigen op de kruisende weg dus voor laten gaan. Voertuig C gaat rechtdoor en heeft dus voorrang op voertuig B. Voertuig A heeft haaientanden voor zich en moet de voertuigen op de kruisende weg dus voor laten gaan. Voertuig C gaat rechtdoor en heeft dus voorrang op voertuig B. 40 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C C,A,B C,B,A De rode auto komt van rechts en heeft dus voorrang. De voetganger gaat een weg kruisen en heeft geen voorrang. Voertuig A mag dus na de rode auto. De rode auto komt van rechts en heeft dus voorrang. De voetganger gaat een weg kruisen en heeft geen voorrang. Voertuig A mag dus na de rode auto. 41 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B B,A Er zijn verder geen voorrangsborden. Dit betekent dat rechts voorrang heeft. Er zijn verder geen voorrangsborden. Dit betekent dat rechts voorrang heeft. 42 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B B,A Voertuig A heeft haaientanden voor zich en moet dus voorrang verlenen. Voertuig A heeft haaientanden voor zich en moet dus voorrang verlenen. 43 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C C,A,B B,A,C Voertuigen A en C staan voor haaientanden. De voertuigen op de kruisende weg hebben hier voorrang. Voertuig B gaat dus als eerste. Vervolgens heeft voertuig A een korte bocht en voertuig C een lange bocht. Voertuigen A en C staan voor haaientanden. De voertuigen op de kruisende weg hebben hier voorrang. Voertuig B gaat dus als eerste. Vervolgens heeft voertuig A een korte bocht en voertuig C een lange bocht. 44 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C C,B,A A,C,B Voertuig B komt van rechts voor voertuig C en krijgt dus voorrang van voertuig C. Voertuig A komt van rechts voor voertuig B en krijgt dus voorrang van voertuig B. Voertuig B komt van rechts voor voertuig C en krijgt dus voorrang van voertuig C. Voertuig A komt van rechts voor voertuig B en krijgt dus voorrang van voertuig B. 45 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B B,A Voertuig A heeft een stopbord en moet overig verkeer voor laten gaan. Voertuig B komt ook van rechts en is een tram. Voertuig A heeft een stopbord en moet overig verkeer voor laten gaan. Voertuig B komt ook van rechts en is een tram. 46 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B B,A Voertuig A rijdt op een voorrangsweg en heeft dus voorrang. De tram staat voor haaientanden en moet voertuigen op de kruisende weg voor laten gaan. Voertuig A rijdt op een voorrangsweg en heeft dus voorrang. De tram staat voor haaientanden en moet voertuigen op de kruisende weg voor laten gaan. 47 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? B,A,C A,B,C A,C,B De weggebruikers treffen elkaar op een gelijkwaardige kruispunt. De auto hoeft aan niemand voorrang te verlenen. Korte bocht gaat voor lange bocht. De fietser verleent voorrang aan de scooter (scooter komt van rechts) De weggebruikers treffen elkaar op een gelijkwaardige kruispunt. De auto hoeft aan niemand voorrang te verlenen. Korte bocht gaat voor lange bocht. De fietser verleent voorrang aan de scooter (scooter komt van rechts) 48 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C B,C,A A,C,B 49 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B B,A Voertuig A staat voor haaientanden en moet het verkeer op de kruisende weg voor laten gaan. Voertuig A staat voor haaientanden en moet het verkeer op de kruisende weg voor laten gaan. 50 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B B,A De standaardregel: voertuigen die zich op dezelfde weg bevinden hebben voorrang op voertuigen die afslaan, geldt niet voor de tram. De standaardregel: voertuigen die zich op dezelfde weg bevinden hebben voorrang op voertuigen die afslaan, geldt niet voor de tram. 51 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C C,B,A C,A,B Het stopbord betekent dat voertuig A aan andere weggebruikers op de kruisende weg voorrang moeten verlenen. De voetganger valt daar niet onder. Het stopbord betekent dat voertuig A aan andere weggebruikers op de kruisende weg voorrang moeten verlenen. De voetganger valt daar niet onder. 52 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C C,A,B C,B,A Voertuig A heeft voorrang. Hij heeft een voorrangsbord voor zich. Het onderbod laat het verloop van de weg zien. De fietser mag erna. Zij komt van rechts voor voertuig C. Voertuig A heeft voorrang. Hij heeft een voorrangsbord voor zich. Het onderbod laat het verloop van de weg zien. De fietser mag erna. Zij komt van rechts voor voertuig C. 53 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B B,A Voertuig A rijdt op een voorrangskruispunt. De tram moet dus voorrang verlenen. Voertuig A rijdt op een voorrangskruispunt. De tram moet dus voorrang verlenen. 54 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C C,B,A A,C,B Voertuig A staat voor haaientanden en moet voertuigen op dezelfde weg voor laten gaan. Weggebruiker C gaat rechtdoor en heeft dus voorrang op voertuig B. Voertuig A staat voor haaientanden en moet voertuigen op dezelfde weg voor laten gaan. Weggebruiker C gaat rechtdoor en heeft dus voorrang op voertuig B. 55 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? B,A,C C,A,B C,B,A Voertuig C heeft haaientanden voor zich en moet kruisende verkeer voor laten gaan. Voertuig B rijdt op een voorrangsweg en mag dus als eerste. Voertuig C heeft haaientanden voor zich en moet kruisende verkeer voor laten gaan. Voertuig B rijdt op een voorrangsweg en mag dus als eerste. 56 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B, B,A, 57 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? B,A,C A,B,C C,B,A Het stopbord betekent dat voertuig A aan andere weggebruikers op de kruisende weg voorrang moeten verlenen. De voetganger valt daar niet onder, de fietser wel. Het stopbord betekent dat voertuig A aan andere weggebruikers op de kruisende weg voorrang moeten verlenen. De voetganger valt daar niet onder, de fietser wel. 58 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? B,A,C A,B,C C,B,A Het stopbord betekent dat voertuig A aan andere weggebruikers op de kruisende weg voorrang moeten verlenen. De voetganger valt daar niet onder, de fietser wel. Het stopbord betekent dat voertuig A aan andere weggebruikers op de kruisende weg voorrang moeten verlenen. De voetganger valt daar niet onder, de fietser wel. 59 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B, B,A, Voertuig A heeft een stop bord voor zich en moet dus voorrang verlenen. Voertuig A heeft een stop bord voor zich en moet dus voorrang verlenen. 60 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B, B,A, Voertuig A rijdt op een voorrangsweg en heeft dus voorrang. Voertuig A rijdt op een voorrangsweg en heeft dus voorrang. 61 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C B,A,C C,B,A De weggebruikers komen elkaar tegen op een gelijkwaardige kruispunt. Rechtdoor mag eerst, gevolgd door de korte bocht. De lange bocht mag als laatste. De weggebruikers komen elkaar tegen op een gelijkwaardige kruispunt. Rechtdoor mag eerst, gevolgd door de korte bocht. De lange bocht mag als laatste. 62 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? B,C,A A,B,C A,C,B De auto heeft een voorrangsbord met onderbord, die aanduidt dat hij voorrang heeft als hij links afslaat. De scooter en fiets hebben ook haaientanden voor zich. Na de auto heeft de scooter voorrang. De auto heeft een voorrangsbord met onderbord, die aanduidt dat hij voorrang heeft als hij links afslaat. De scooter en fiets hebben ook haaientanden voor zich. Na de auto heeft de scooter voorrang. 63 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C B,C,A C,B,A Dit is een gelijkwaardig kruispunt. Rechts heeft voorrang. Voertuig A moet voorrang verlenen aan voertuig C. Voertuig C moet voorrang verlenen aan voertuig B. Dit is een gelijkwaardig kruispunt. Rechts heeft voorrang. Voertuig A moet voorrang verlenen aan voertuig C. Voertuig C moet voorrang verlenen aan voertuig B. 64 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A, B, C A, C, B. B, C, A. Voertuig A rijdt op een voorrangsweg en heeft dus voorrang. Voertuig B heeft haaientanden voor zich en moet de rest dus voor laten gaan. Voertuig A rijdt op een voorrangsweg en heeft dus voorrang. Voertuig B heeft haaientanden voor zich en moet de rest dus voor laten gaan. 65 / 65 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A, B B,A Je score is