0% 1068 Heel veel succes! Je tijd is afgelopen! Examen 7 1 / 66 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Voor je is de weg vrij. Je kan doorrijden. Voor je is de weg vrij. Je kan doorrijden. 2 / 66 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een rood stoplicht. Je moet remmen. Je ziet dat de voetgangers en fietsers nog moeten oversteken. Je nadert een rood stoplicht. Je moet remmen. Je ziet dat de voetgangers en fietsers nog moeten oversteken. 3 / 66 Je rijdt 120 km/u. Wat doe je? Niets Remmen Gas loslaten De weg voor je is vrij. Je kan doorrijden. De weg voor je is vrij. Je kan doorrijden. 4 / 66 Je rijdt 20 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je rijdt in een hele smalle straat. Je tegenligger loopt met een hond. Ze zijn erg onvoorspelbaar. Stop alvast met gas geven. Je rijdt in een hele smalle straat. Je tegenligger loopt met een hond. Ze zijn erg onvoorspelbaar. Stop alvast met gas geven. 5 / 66 Je rijdt 15 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto voor je heeft zijn knipperlicht aan en wil waarschijnlijk parkeren. Je past er niet langs. Je moet dus stoppen. De auto voor je heeft zijn knipperlicht aan en wil waarschijnlijk parkeren. Je past er niet langs. Je moet dus stoppen. 6 / 66 Je rijdt 15 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Voor je is een zebrapad. De voetganger wil oversteken. Je moet voorrang verlenen. Voor je is een zebrapad. De voetganger wil oversteken. Je moet voorrang verlenen. 7 / 66 Je rijdt 20 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De stoplichten zijn rood. Je moet stoppen. De stoplichten zijn rood. Je moet stoppen. 8 / 66 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een kruispunt waar je de fietsers en bromfietsers voorrang moet verlenen. Je hebt niet genoeg zicht of er fietsers langs komen. Ze kunnen hard aankomen. Je nadert een kruispunt waar je de fietsers en bromfietsers voorrang moet verlenen. Je hebt niet genoeg zicht of er fietsers langs komen. Ze kunnen hard aankomen. 9 / 66 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt een vrachtwagen als tegenligger in een hele smalle straat. Je moet remmen. Je hebt een vrachtwagen als tegenligger in een hele smalle straat. Je moet remmen. 10 / 66 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Er is net een auto voor je ingevoegd. Neem afstand. Er is net een auto voor je ingevoegd. Neem afstand. 11 / 66 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto voor je is aan het remmen. Jij moet dus ook remmen. Er volgt ook een wegverhoging. De auto voor je is aan het remmen. Jij moet dus ook remmen. Er volgt ook een wegverhoging. 12 / 66 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg afstand. Je kan doorrijden. Je hebt genoeg afstand. Je kan doorrijden. 13 / 66 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je passeert een zebrapad. Laat voorlopig gas los. Je passeert een zebrapad. Laat voorlopig gas los. 14 / 66 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt nog genoeg afstand van de rode stoplichten. Je kan voorlopig gas loslaten om de vaart eruit te halen. Je hebt nog genoeg afstand van de rode stoplichten. Je kan voorlopig gas loslaten om de vaart eruit te halen. 15 / 66 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto's links voor je willen misschien voor je komen rijden. Je mag ook niet rechts inhalen. Laat je gas los. De auto's links voor je willen misschien voor je komen rijden. Je mag ook niet rechts inhalen. Laat je gas los. 16 / 66 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De stoplichten voor je zijn rood. Je hebt nog genoeg afstand. Voorlopig is gas loslaten voldoende. De stoplichten voor je zijn rood. Je hebt nog genoeg afstand. Voorlopig is gas loslaten voldoende. 17 / 66 Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je ziet een duidelijke wegversmalling. Verder rijdt er een vrachtwagen voor je. Je kan alvast snelheid minderen. Je ziet een duidelijke wegversmalling. Verder rijdt er een vrachtwagen voor je. Je kan alvast snelheid minderen. 18 / 66 Je rijdt 70 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg afstand van de auto voor je. Je kan doorrijden. Je hebt genoeg afstand van de auto voor je. Je kan doorrijden. 19 / 66 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je hebt genoeg afstand van de auto's voor je. Je kan doorrijden. Je hebt genoeg afstand van de auto's voor je. Je kan doorrijden. 20 / 66 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert het rood stoplicht. Je hebt nog genoeg afstand. Je kan voorlopig gas loslaten. Je nadert het rood stoplicht. Je hebt nog genoeg afstand. Je kan voorlopig gas loslaten. 21 / 66 Je rijdt 100 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je bent aan het uitvoegen. Je moet gas loslaten. De toegestane snelheid gaat verminderd worden. Je bent aan het uitvoegen. Je moet gas loslaten. De toegestane snelheid gaat verminderd worden. 22 / 66 Je rijdt 30 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een kruispunt. Je moet het verkeer op de kruisende weg voorrang verlenen. Je nadert een kruispunt. Je moet het verkeer op de kruisende weg voorrang verlenen. 23 / 66 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je nadert een rotonde. De auto's voor je remmen. Jij moet ook remmen. Je nadert een rotonde. De auto's voor je remmen. Jij moet ook remmen. 24 / 66 Je wilt links afslaan. Je rijdt 50 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets De auto voor je is ook al aan het remmen. Jij moet dus ook remmen. De auto voor je is ook al aan het remmen. Jij moet dus ook remmen. 25 / 66 Je rijdt 40 km/u. Wat doe je? Remmen Gas loslaten Niets Je gaat rechts afslaan. Je rijdt aan met 40 km/u. De auto voor je is ook aan het remmen. Je gaat rechts afslaan. Je rijdt aan met 40 km/u. De auto voor je is ook aan het remmen. 26 / 66 Wat betekent dit bord? Maximumsnelheid Einde maximumsnelheid Adviessnelheid 27 / 66 Wat betekent dit bord? Laagvliegende vliegtuigen. Zijwind. Airport. 28 / 66 Wat betekent dit bord? Vee. Loslopende honden. Onverharde boerderij. 29 / 66 Wat betekent dit bord? Keerverbod Bord mag aan beide zijden worden voorbij gegaan. Gebod tot het volgen van een van de rijrichtingen die op het bord zijn aangegeven. 30 / 66 Wat betekent dit bord? Zijwind. Ijzel of sneeuw. Ongeval. 31 / 66 Wat betekent dit bord? Spitsstrook open. Spitsstrook vrijmaken. Einde spitsstrook. 32 / 66 Wat betekent dit bord? S-bocht eerst naar rechts. Gevaarlijk kruispunt. Slecht wegdek. 33 / 66 Wat betekent dit bord? Gevaarlijke daling. Rijbaanversmalling rechts. Rijbaanversmalling links. 34 / 66 Wat betekent dit bord? Bord mag aan beide zijden worden voorbij gegaan. Gebod tot het volgen van een van de rijrichtingen die op het bord zijn aangegeven. Gebod tot het volgen van geen van de rijrichtingen die op het bord zijn aangegeven. 35 / 66 Wat betekent dit bord? Parkeerverbod. Verbod stil te staan. Verbod fietsen en bromfietsen te plaatsen. 36 / 66 De sirenes staan aan. Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B B,A Voertuig B is een voorrangsvoertuig en heeft dus voorrang. Voertuig B is een voorrangsvoertuig en heeft dus voorrang. 37 / 66 De sirene staat uit. Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C C,B,A A,C,B De voertuigen moeten allemaal de voertuig van rechts voor laten gaan. De ambulance komt van rechts voor voertuig A. De motor komt van rechts voor de ambulance. De ambulance moet dus de motor voor laten gaan en voertuig A moet de ambulance laten voorgaan. De voertuigen moeten allemaal de voertuig van rechts voor laten gaan. De ambulance komt van rechts voor voertuig A. De motor komt van rechts voor de ambulance. De ambulance moet dus de motor voor laten gaan en voertuig A moet de ambulance laten voorgaan. 38 / 66 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B B,A Voertuig A heeft een voorrangsbord en voertuig B heeft haaientanden voor zich. Voertuig A heeft een voorrangsbord en voertuig B heeft haaientanden voor zich. 39 / 66 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C C, A & B B,C,A De bus komt van rechts en heeft dus voorrang. De voetganger en auto gaan rechtdoor en kunnen samen oversteken. De bus komt van rechts en heeft dus voorrang. De voetganger en auto gaan rechtdoor en kunnen samen oversteken. 40 / 66 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C B,C,A A,C,B Rechts heeft voorrang. Voertuig C komt van rechts voor B. Voertuig A komt van rechts voor voertuig C. Rechts heeft voorrang. Voertuig C komt van rechts voor B. Voertuig A komt van rechts voor voertuig C. 41 / 66 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B B,A Voertuig A staat voor haaientanden en moet de fietser dus voor laten gaan. Voertuig A staat voor haaientanden en moet de fietser dus voor laten gaan. 42 / 66 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B B,A De voertuigen op de kruisende weg hebben voorrang. De voetgangers die oversteken niet. De voertuigen op de kruisende weg hebben voorrang. De voetgangers die oversteken niet. 43 / 66 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C B,C,A A,C,B Voertuig B heeft haaientanden voor zich en moet de rest van het verkeer dus voor laten gaan. Voertuig A heeft een korte bocht en mag als eerste. Na voertuig A komt voertuig C. Voertuig B heeft haaientanden voor zich en moet de rest van het verkeer dus voor laten gaan. Voertuig A heeft een korte bocht en mag als eerste. Na voertuig A komt voertuig C. 44 / 66 De sirenes van de brandweer staan aan. Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A,B,C C,A,B C,B,A Voertuig C is een voorrangsvoertuig en mag als eerste. Na de brandweer gelden de normale voorrangsregels. Voertuig A heeft een voorrangsbord en gaat dus voor voertuig B. Voertuig C is een voorrangsvoertuig en mag als eerste. Na de brandweer gelden de normale voorrangsregels. Voertuig A heeft een voorrangsbord en gaat dus voor voertuig B. 45 / 66 Mag je hier laden lossen? ja Nee Op een parkeerplaats mag je laden lossen. Op een parkeerplaats mag je laden lossen. 46 / 66 Mag je hier stoppen om de telefoon op te nemen? ja Nee Er staat een parkeerbord dus je mag hier stoppen. Je mag de auto ook achterlaten. Er staat een parkeerbord dus je mag hier stoppen. Je mag de auto ook achterlaten. 47 / 66 Gordels zijn verplicht voor alle zitplaatsen. Waar Onwaar Alle zitplaatsen moeten verplicht de gordel om hebben. Alle zitplaatsen moeten verplicht de gordel om hebben. 48 / 66 Wanneer is het onverstandig om in te halen? Buiten de bebouwde kom Op de snelweg Vlak voor een bocht Vlak voor een bocht heb je geen zicht en is het niet toegestaan auto's in te halen. Vlak voor een bocht heb je geen zicht en is het niet toegestaan auto's in te halen. 49 / 66 Wat is de maximale snelheid voor een auto met aanhangwagen binnen de bebouwde kom? 30 km/u 50 km/u 80 km/u Zowel voor auto's met als zonder aanhangwagen is de maximale snelheid binnen de bebouwde kom 50 km/u. Zowel voor auto's met als zonder aanhangwagen is de maximale snelheid binnen de bebouwde kom 50 km/u. 50 / 66 Mag je hier doorrijden? ja Nee De agent geeft een stopteken voor het verkeer dat van voren en achteren nadert. De agent geeft een stopteken voor het verkeer dat van voren en achteren nadert. 51 / 66 De auto verbruikt meer brandstof als je veel remt. Waar Onwaar Als je veel remt betekent dit dat je ook constant weer moet optrekken. Dit zorgt voor een hoger brandstofverbruik. Als je veel remt betekent dit dat je ook constant weer moet optrekken. Dit zorgt voor een hoger brandstofverbruik. 52 / 66 De stopafstand is: De remweg De weg afgelegd tijdens de remweg en reactietijd De reactietijd De tijd die je gebruikt om in te zien dat je moet remmen en de tijd die je nodig hebt om tot stilstand te komen is de remweg. De tijd die je gebruikt om in te zien dat je moet remmen en de tijd die je nodig hebt om tot stilstand te komen is de remweg. 53 / 66 Je nadert een rotonde, ben je verplicht richting aan te geven? ja Nee Voordat je de rotonde oprijdt moet je al richting aangeven als je naar links of rechts gaat. Als je rechtdoor gaat moet je vlak voor de afslag richting aangeven. Voordat je de rotonde oprijdt moet je al richting aangeven als je naar links of rechts gaat. Als je rechtdoor gaat moet je vlak voor de afslag richting aangeven. 54 / 66 De geparkeerde auto is onverzekerd. Mag hij hier geparkeerd staan? ja Nee Mocht je auto onverzekerd zijn, moet de auto ook geschorst zijn en mag de auto zich niet op een openbare weg bevinden. Mocht je auto onverzekerd zijn, moet de auto ook geschorst zijn en mag de auto zich niet op een openbare weg bevinden. 55 / 66 De maximumsnelheid binnen de bebouwde kom bedraagt: 30 km/u 50 km/u 80 km/u Binnen de bebouwde kom geldt een snelheidslimiet van 50 km/u, tenzij anders aangegeven. Binnen de bebouwde kom geldt een snelheidslimiet van 50 km/u, tenzij anders aangegeven. 56 / 66 De slagbomen zijn aan het openen, je kan al langs. Mag je vertrekken? ja Nee Je mag pas doorrijden op het moment dat de lichten gedoofd zijn. Je mag pas doorrijden op het moment dat de lichten gedoofd zijn. 57 / 66 Je hebt autopech. Je staat geparkeerd langs de weg. Welke lichten moet je gebruiken? Parkeerlichten Alarmlichten Dimlichten 58 / 66 Welke lijnen zijn belangrijk op de afgebeelde situatie? De onderbroken lijnen De gele lijnen De doorgetrokken lijnen De gele lijnen gelden altijd boven de witte lijnen. De gele lijnen gelden altijd boven de witte lijnen. 59 / 66 Wat zijn de meest actuele verkeersborden: Elektronische verkeersborden Permanente verkeersborden Doorgestreepte verkeersborden Elektronische verkeersborden kunnen elk moment digitaal bestuurd worden. Elektronische verkeersborden kunnen elk moment digitaal bestuurd worden. 60 / 66 Wat hoeft een autobestuurder niet verplicht bij zich te hebben? Zijn rijbewijs, die staat in het systeem Zijn kentekenbewijs, die staat in het systeem EHBO kist, je mag ook zonder Als je auto rijdt, moeten je rijbewijs en kentekenbewijs bij de hand zijn (originele exemplaren). Als je auto rijdt, moeten je rijbewijs en kentekenbewijs bij de hand zijn (originele exemplaren). 61 / 66 Wanneer zie je dit bord? Wanneer je de bebouwde kom uitrijdt Wanneer je de bebouwde kom inrijdt Wanneer je buiten de bebouwde kom rijdt 62 / 66 Je rijdt milieubewust indien je: de bandenspanning laag houdt Op tijd schakelt hoge toeren maakt Op tijd schakelen zorgt ervoor dat de auto geen overtoeren draait. Hierdoor zal je verbruik lager zijn. Op tijd schakelen zorgt ervoor dat de auto geen overtoeren draait. Hierdoor zal je verbruik lager zijn. 63 / 66 De sirene van de brandweer is aan. Wie gaat eerst? A C B Als de sirenes van de brandweer aan zijn is het een voorrangsvoertuig en mag hij eerst gaan. Als de sirenes van de brandweer aan zijn is het een voorrangsvoertuig en mag hij eerst gaan. 64 / 66 Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A, B en C tegelijk B en A tegelijk, C A en C tegelijk, B Voertuig A slaat rechts af en hindert niemand. Daarom kan hij direct doorrijden. Voertuig C komt van rechts voor voertuig B. Voertuig A slaat rechts af en hindert niemand. Daarom kan hij direct doorrijden. Voertuig C komt van rechts voor voertuig B. 65 / 66 Je motormanagement lamp is aan. Mag je de auto starten? ja Nee, de auto moet naar de garage gesleept worden. Je hebt motorschade. Ja, het advies is wel om zo snel mogelijk naar de garage te rijden om te kijken wat de storing is. Ja, het advies is wel om zo snel mogelijk naar de garage te rijden om te kijken wat de storing is. 66 / 66 Wil jij toch liever upgraden naar het 100% geslaagd pakket met 3 maanden toegang t.w.v. €67,95? Grijp je kans voor maar €6,99! Gebruik je code: A34RT5MZKlik hier om je pakket te upgraden naar 100% Geslaagd met 3 maanden toegang. Gebruik code: A34RT5MZ KLIK OP DE LINK Hierboven GEBRUIK DE CODE: A34RT5MZ Nee, bedankt! Je score is 0%